Evaluatie training ‘Omgaan Met Extreme Idealen’

Afbeelding bij Evaluatie training ‘Omgaan Met Extreme Idealen’

De training ‘Omgaan met extreme idealen’ (OMEI) draagt bij aan het zelfvertrouwen van deelnemers als het gaat om het handelen bij (mogelijke) radicalisering. Ook de mate waarin deelnemers zichzelf in staat achten anderen te betrekken bij hun aanpak neemt toe. Dit zijn enkele conclusies van de evaluatie van de training ‘Omgaan Met Extreme Idealen’ uitgevoerd door Labyrinth Onderzoek & Advies in opdracht van Expertise-Unit Sociale Stabiliteit (ESS). De ESS is een onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en houdt zich onder meer bezig met het aanreiken van (praktijk)kennis over maatschappelijke spanningen en radicalisering aan gemeenten, eerstelijnsprofessionals en diverse groepen in de samenleving.

Introductie

Aan eerstelijnsprofessionals die veel met jongeren werken (bijvoorbeeld leraren, jongerenwerkers en jeugdhulpverleners) wordt vaak een belangrijke rol toegedicht bij het voorkomen van radicalisering richting extremisme. Uit onderzoek blijkt echter dat het voor hen niet altijd duidelijk is welke rol zij kunnen vervullen. Wanneer zij te maken krijgen met jongeren met extreme idealen weten zij niet altijd goed hoe zij hier op een constructieve wijze op kunnen reageren. Er zou ‘handelingsverlegenheid’ bestaan. Daarnaast kunnen zij diverse barrières ervaren die een goede omgang met jongeren met extreme idealen in de weg staan. Soms zouden zij het gevoel hebben er alleen voor te staan.

De OMEI-training van de ESS is erop gericht om (eerstelijns)professionals meer zicht te geven op hun mogelijke rol bij het voorkomen van radicalisering naar extremisme. Ook dient de training handelingsperspectieven aan te reiken voor de omgang met jongeren met extreme idealen. De training legt de nadruk op preventie en het pedagogische perspectief: het aansluiten bij de leefwereld en de ontwikkelingsfase van jongeren en het bieden van de nodige ‘checks’ en ‘balances’. Professionals wordt onder andere geleerd hoe zij oprechte interesse kunnen tonen in beweegredenen van jongeren met extreme idealen en tegelijkertijd het noodzakelijke tegenwicht kunnen bieden. Sinds 2015 hebben meer dan 2100 professionals de training ontvangen, waaronder jeugdwerkers, leraren, en wijkagenten. 

Evaluatie van de training ‘Omgaan met Extreme Idealen’

Om de ervaringen van deelnemers die vanaf 2016 hebben meegedaan in kaart te brengen, heeft de ESS aan Labyrinth Onderzoek & Advies gevraagd een evaluatieonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek diende de tevredenheid van deelnemers met de training te peilen. Ook moest het onderzoek inzicht bieden in de ervaren opbrengsten door deelnemers. Tot slot was de ESS benieuwd naar de toepassing van het geleerde in de praktijk en de dilemma’s en knelpunten die deelnemers ervaren in de omgang met jongeren met extreme idealen.

Om deze vragen te beantwoorden is er onder deelnemers een online vragenlijst uitgezet. Ook zijn er met deelnemers diepte-interviews en groepsgesprekken uitgevoerd. Daarnaast is er geobserveerd bij trainingen en zijn er (groeps)interviews uitgevoerd met trainers en trainingsacteurs.

Belangrijkste bevindingen uit de evaluatie

Uit de resultaten van de evaluatie blijkt dat de training positief wordt beoordeeld. Zo beoordelen deelnemers aan de online vragenlijst de OMEI-training cijfermatig met een 7,7 en vindt bijna driekwart van de deelnemers (74%) dat de training bruikbaar is voor hun werk en praktijk. Met name de praktische insteek van de training wordt als positief ervaren, waaronder het kunnen oefenen met gesprekken en de inzet van een acteur. Deelnemers hebben het gevoel dat zij door de training meer toegerust zijn om het gesprek met jongeren aan te gaan.

Ondanks dat men overwegend tevreden is met de training, komen er uit het onderzoek wel een aantal verbeterpunten naar voren. Zo ervaart een deel van de deelnemers dat de training vrij beknopt en te kort is. Ook geven deelnemers aan meer te willen oefenen, op het gebied van gespreksvoering. Deelnemers wijzen ook op het belang van herhaling zodat het geleerde niet wegzakt.

In de evaluatie is ook gevraagd wat voor knelpunten professionals ervaren in de praktijk. Hieronder vallen bijvoorbeeld op persoonlijk niveau een hoge werkdruk en een gebrek aan achtergrondkennis over radicalisering. Op het niveau van de organisatie geven professionals onder andere aan dat er niet altijd duidelijke rollen, taken, verantwoordelijkheden en duidelijke afspraken bestaan over het melden van (mogelijke) signalen van radicalisering. Op het niveau van de samenwerking met andere organisaties ervaart men onder meer dat contacten tussen organisaties te afhankelijk zijn van individuele personen.

Belangrijkste aanbevelingen

Labyrinth heeft naar aanleiding van het evaluatieonderzoek een aantal aanbevelingen gedaan die worden meegenomen bij de doorontwikkeling van de OMEI-training, waaronder:   

  • Meer aandacht binnen de training voor het bieden van tegenwicht, zoals grenzen stellen en het aanreiken van andere perspectieven en wegen om op positieve en vreedzame wijze aan de slag te gaan met gekoesterde idealen;
  • Stimuleren van netwerkvorming en ‘pedagogische coalities’ rondom het omgaan met radicaliseringsproblematiek, bijvoorbeeld door te werken met deelnemers vanuit verschillende organisaties en werkvelden;
  • Nog beter aansluiten bij de praktijk, bijvoorbeeld door nog meer te oefenen met de trainingsacteur en het behandelen van eigen casussen;
  • Bevorderen van het inbedden van kennis en kunde binnen de organisatie door de managementlaag meer te betrekken;
  • Vaker de materie herhalen, bijvoorbeeld via een opfriscursus;
  • In een vroegtijdig stadium starten met evalueren van programma’s gericht op de preventie van radicalisering (niet pas achteraf) en inzetten op duidelijke veranderingstheorieën voor programma’s.