15 jaar praten mét: Wieger Rozema – Om te weten waar je heen wil, moet je weten waar je vandaan komt

Afbeelding bij 15 jaar praten mét: Wieger Rozema – Om te weten waar je heen wil, moet je weten waar je vandaan komt

In het kader van ons jubileum kijken we in ons blog wekelijks terug op 15 jaar praten mét. Deze week: Wieger Rozema – Om te weten waar je heen wil, moet je weten waar je vandaan komt. Alle bijdragen zijn gebundeld in de publicatie ’15 Jaar Praten Mét’, welke al onze gasten tijdens de viering van ons jubileum hebben mogen ontvangen.

“Manys” – Om te weten waar je heen wil, moet je weten waar je vandaan komt

In deze bijdrage laat Wieger Rozema, vader van Nathan Rozema, het licht schijnen op inspiratiebronnen en gebeurtenissen die van invloed zijn geweest op de vorming van Nathan en daarmee op de visie van Labyrinth richting de multiculturele samenleving, bereiken van mensen aan de onderkant en haar leidmotief: “Niet praten over hen, maar praten met hen en samen aan de slag.”

In 1984 op zesjarige leeftijd al naar Marokko

In 1984 ging je al met je broertje Geert, je ene opa Louis van Geest en je vader en moeder voor het eerst in zijn leven met een Opel Rekord Diesel naar Al Maghreb. Je was toen zes jaar. Je bent bovenop Djebel Hamam in het Rifgebergte geweest, logerend bij Abdelhamid Aharchi in de Tsjoekkud. Je hebt Fes gezien, de prachtigste mooie moskeescholen aldaar, de leerlooierrijen. “Fes schoen bezzef”. Toen opa in Tanger niet zo lekker werd ben je mee geweest naar de Spaanse dokter die hem een ANWB vliegreis voorschreef.

De reis en het vele rijden deerde jou en ook Geert niet, noch de grote hitte ook in Spanje. In Marokko ben je later vaker meegegaan naar Beni Hadifa als filmer. “Nathan do you see me?” Vastleggen vond je leuk en je beheerste de kunst.

Naar het Niels Stensen in Kanaleneiland

Je ging, bewust gekozen, naar het Niels Stensen College (N.S.C.) in Kanaleneiland, met tekenen als examenvak (Het N.S.C. lag tegenover je huidige Krachtstation), maar ook met een aanstekelijke leraar aardrijkskunde met een gloednieuwe methode. Marokko zat in het pakket voor de laatste twee leerjaren.

Scriptie over Abdelkrim El Khattabi uit het Rif

Je maakte toen al voor geschiedenis een scriptie over de strijd van de legendarische Abdelkrim El Khattabi in de eerste vijfentwintig jaren van de twintigste eeuw. In Beni Hadifa had onze gastheer Abdelhamid ons het pad van de aftocht van deze grote Rifleider gewezen, die hij nam na de invasie op Al Hoceima door de samenwerkende fascisten Francisco Franco en Maréchal Pétain. Een analoog van de invasie van 1944, grotesk.

Vrienden die moskee wilden starten in Lombok

Door het werk bij de Interkerkelijke Stichting Kerken en Buitenlanders kwam ik in contact met Marokkanen uit het zuiden van Marokko, die na de Overvechtse problemen in de Libische moskee een moskee wilden starten in de wijk Lombok. Eén daarvan werd je maecenas in Tizagzaouine, hajj Mohammed Ouzlig. Een mijlpaal in ons leven. Hij vormde met zijn vriend Belaid een goed duo die naast hun werklust voor de samenleving beide ook verschrikkelijk goede en handige automonteurs waren. Reizen met hen betekende dat je, ook in Marokko, nergens bang voor hoefde te zijn.

Sociaal geografisch veldonderzoek in Tizagzaouine

Toen je studie sociale geografie – ook in mijn ogen een moordvak – ten einde liep, koos je voor veldonderzoek in Tinghir en Tizagzaouine. Je hebt ons de mooiste plaatsen van zuidelijk Marokko met genoegen laten zien. Je kunt zeer aanstekelijk zijn, Wat te denken van Tidoukla? Gans anders dan de steile Rifpieken bij de Oued Rhiss en de Nekor. Voor Paulien en mij was je leven tot nu toe een erkenning van ons sinds 1972 gericht zijn op Marokkaanse Nederlanders. Dat is voor ouders erg prettig. Trouwens, je broers en zusters hebben ook goede herinneringen aan Marokkaanse vrienden van ons en de lange reizen naar oude vrienden in Tanger, Marrakesh, Fes, Larache, etcetera.

Friese roots: “onze voorouders zijn ook migranten”

Je andere opa Auke, een scheepstimmerman, was echt ouderwets trots op zijn eerste Rozema-naamdrager. Voor mijn zussen met ook een zoon was dat jammer. Toen je in Amsterdam aan de UvA studeerde ging je wel eens met skeelers in je rugzak naar de universiteit om daarna de reis van station Zaandam naar opa Auke en oma Gees op rollend te maken. Vooral Oma, de echte Friezin, glom dan van trots dat haar kleinzoon zo mooi en snel kon schaatsen, net als haar vader, de oude skutsjeschipper Wieger Fortuin. Die verdiende er bij vorst in Woudsend als echte profschaatser zijn grijpstuivers mee. Onze ouders zijn ook allemaal migranten, uit Friesland, Noordwijk, Mijdrecht en Uithoorn.

Kettingmigratie en lef

Kettingmigratie vanuit Friesland was een gewoon verhaal voor ons. Zo ging dat. Pure sociale geografie in je eigen geschiedenis. Lef heb je zeker. Wij waren samen de laatste bezoekers van je pas gekatheteriseerde opa Louis. Na ons bezoek is hij de dag erna overleden. Jij stond bij zijn uitvaart op de kansel om wat te vertellen. Dat durfde je. Zo ook bij de uitvaarten van je andere grootouders. Lef heb je zeker, gekoppeld aan een zekere sympathieke schuchterheid. Als ik me niet vergis, had je twee opvallende hoogleraren, Paolo de Mas, die mij ook les heeft gegeven in een meesterlijke PAO cursus Marokkaanse Taal en Cultuur, en Ad de Bruine, die je bij je doctoraalstudie van dienst was. Ondernemer worden en verantwoordelijkheid nemen. Het plezierde me enorm dat je vaart had in het afstuderen. Er wachtten maatschappelijke belangen op de jonge onderzoeker die zeker weten ook ondernemer wilde worden. Groot denken en durven investeren. Best een spannend begin, maar op die vlakken wist je precies wat je wel en niet wilde. Eigen baas, vooruit en geld verdienen. Niet ten koste van anderen, je naam echt waardig, immers een imposant profeetje die koning David op zijn schandelijk machtsmisbruik wees. Daar moet je lef voor hebben. Jouw twee grootvaders en moeders waren alle vier gereformeerd. Er was duidelijkheid in de zuilen. Opa Louis immer bezig met Kerk, Staat en Maatschappij en opa Auke met zijn broer en zwager immer actief in de bond (C.N.V.). We zongen het lied we hebben een Woord voor de wereld. Geloven was niet waardevrij. Je droeg vanzelfsprekend verantwoordelijkheid voor je daden. Daar is bij jou heel wat van blijven hangen.

Werklust

Er zijn weinig zaken waar je je niet mee bemoeit. Die werklust zit wel goed bij jou. Je legt graag dingen uit, zodat iedereen het begrijpt. Er zijn constanten en variabelen, het is zaak ze te onderscheiden. Zo luidde dacht ik de inleiding van de les van Paolo De Mas over de geschiedenis van Marokko uit de mond van zijn professor Heinemeijer. Die was tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in Marokko als correspondent werkzaam voor een Nederlandse krant. Zalig om te luisteren naar die veelheid aan ontwikkelingen en feitenkennis.

Sociale geografie kan niet zonder geschiedenis

Als je je bedenkt dat op de Bevinlaan – vlakbij de plaats waar Labyrinth nu is gehuisvest in het door jou gestimuleerde ‘Prachtstation’ – ongeveer de boerderij stond waar Geerts docent filosofie Theo de Wit in 1953 op boerderij Transwijk is geboren, hebben we de link met geschiedenis gelegd. Sociale geografie kan ook niet zonder geschiedenis. Hoe is het gelopen, met het Amsterdam Rijnkanaal? Hoe zat het met de gemeente Oudenrijn? Hoe groeide Utrecht over de onderscheidende spoorverbindingen en vaarten en kanalen? Dit zijn belemmerende en te overwinnen compliciteiten. Met al zulke zaken houdt jij je bezig. Je maakt nog steeds veel van je vak. De film Manys van Attifa Zorg stelt: “Om te weten waar je heen wil, moet je weten waar je vandaan komt.” Een wijs woord, waar ik hopelijk ook wat aan bijdraag.

Wieger Rozema studeerde als apotheker af aan de Universiteit van Utrecht, was docent medicijnkunde aan het MBO en was samen met Paulien Rozema oprichter en initiatiefnemer van de Interkerkelijke Stichting Kerken en Buitenlanders. Later is dit omgedoopt tot het instituut Taal doet Meer. Samen met Paulien schreef hij de boeken Hand in eigen boezem, Als de deur opengaat en Een groene twijg in de winter.